Beoordeling/Rapportage
Testen en testenreglement
Het grootste deel van de beoordeling komt tot stand door testen en schriftelijke overhoringen (s.o.’s), die door de medewerker op een in het leer- en lesplan passend moment worden gegeven. Bij het afnemen van de testen wordt uitgegaan van bepaalde regels. Deze zijn omschreven in het testenreglement. Dit reglement is in het werkersstatuut opgenomen. Ook de diverse teamwijzers geven hier informatie over.
Herkansingen
Er bestaat ook de mogelijkheid om een beperkt aantal testen te herkansen. De herkansingsregelingen zijn opgenomen in de teamwijzers en – voor de leerjaren met schoolexamens – in het examenreglement. Dit reglement wordt aan het begin van het jaar uitgereikt.
Samenstelling rapportcijfers
De beoordeling bij verschillende vakken vindt niet alleen plaats op basis van testen en s.o.’s. Ook werkstukken/scripties, spreekbeurten, presentaties, praktische opdrachten, practica en dergelijke kunnen een onderdeel vormen van deze beoordeling.
De rapportcijfers geven het voortschrijdend gemiddelde: alle tot dan toe in het schooljaar behaalde resultaten tellen mee bij het rapport.
De bepaling van het schoolexamencijfer wordt beschreven in het Programma van toetsing en afsluiting; dit geldt dus voor vmbo-4, havo-4 en 5, vwo-4, 5 en 6.
Overgangsprocedure en -normen
De informatie per leerjaar is te vinden in de teamwijzers. Waar dat nog niet geheel compleet is, zal in de eerste nieuwsbrief die informatie aangevuld worden.
Algemene bepalingen
- Uitgangspunt is dat iedere werker die niet conform de normen of afspraken bevorderd kan worden, besproken wordt op de overgangsvergadering. Die vergadering formuleert een advies.
- De normeringsschaal voor beoordelingen is de cijferschaal 1-10.
- Wanneer een werker - over het gehele jaar genomen - te weinig cijfermatig beoordeelde prestaties heeft geleverd, krijgt hij/zij geen beoordeling. Indien een werker een prestatie levert, ook al is die minimaal, wordt daarvoor een beoordeling gegeven. Zonder een volledige lijst met cijfers kan de werker niet bevorderd worden.
- Alle vakken tellen mee bij de overgang.
- Alle behaalde cijfers en resultaten tellen mee voor elk rapport (het zgn. voortschrijdend gemiddelde).
- De overgangsbepaling zijn per team te vinden in de teamwijzers. Waar dat nog niet (voldoende) is gebeurd, volgt een nadere uitwerking in de eerste nieuwsbrief van dit schooljaar.
- Indien een werker naar mening van zijn team te weinig heeft gepresteerd kan hij worden verplicht om op door de teamleider te bepalen tijdstippen op school aan extra werk te werken. Met betrekking tot de overgang houdt dit in dat, indien er aan het eind van het schooljaar naar mening van het team bepaalde hiaten zijn, de werker verplicht kan worden in de laatste weken van het schooljaar deze hiaten weg te werken. In enkele gevallen kan besloten worden om de overgang naar een volgend leerjaar afhankelijk te maken van in de reparatieweken te verrichten taken.
- Werkers mogen niet langer dan twee jaar over een leerjaar doen. Werkers mogen niet twee opeenvolgende jaren doubleren; dit geldt niet voor het eindexamenjaar.
- Bij hoge uitzondering kan een werker het recht worden ontzegd in een nieuw schooljaar opnieuw aan het onderwijs deel te nemen, dit op grond van zeer slechte studieresultaten of werkhouding. Een dossier dat in een voorliggende periode is opgebouwd, ligt ten grondslag aan een dergelijke maatregel en de school is verplicht samen met de werkers en de ouders naar ander onderwijs te zoeken.
Rapportage
Ouders worden minimaal 3 keer per schooljaar geïnformeerd over de voortgang van hun zoon/dochter middels rapport en voortgangsverslag. Wanneer er aanleiding toe is, zal de mentor tussentijds contact opnemen. De data van de uitreiking van de rapporten en voortgangsverslagen zijn na te lezen op onze website.
De voortgangsvergadering wordt door de mentor over het algemeen met de klas/de werker voorbesproken. Er bestaat voor de betrokken werkers de mogelijkheid om bij een aantal vergaderingen in het schooljaar aanwezig te zijn. De werker kan dan horen wat er besproken wordt en kan de nodige informatie geven c.q. gehoord worden.
Informatie aan de basisscholen
De school geeft beoordelingen die werkers in brugklas-1 en brugklas-2 behalen door aan de basisscholen waarop zij gezeten hebben. Dit gebeurt om de basisscholen informatie te verschaffen over de adviezen die zij over kinderen hebben gegeven en omdat basisscholen erg benieuwd zijn hoe het met hun “oude” kinderen gaat in het voortgezet onderwijs. Basisscholen stellen deze service bijzonder op prijs. Toch kunnen er situaties zijn waarin ouders liever niet hebben dat deze inlichtingen worden doorgegeven. Wilt u aan het secretariaat doorgeven als u er bezwaar tegen hebt dat beoordelingen van uw kind worden doorgegeven aan de basisschool waarop uw kind heeft gezeten?
Schoolexamen en Centraal Examen
Het examen bestaat uit het Schoolexamen en het Centraal Examen. De examenperiode start voor de werkers van havo en vwo in de 4e klas. Zij bouwen een examendossier op met resultaten in de 4e, de 5e en voor vwo ook de 6e klas. In het vmbo-t gaat het examendossier in de 3e klas van start. Na elk van de toetsperiodes volgt een rapportage naar werkers en ouders.
De werkers van de examengroepen krijgen aan het begin van het cursusjaar het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting, met o.a. de programma’s van de vakken en een rooster met de belangrijke data in het examenjaar. In de loop van het jaar volgt nog meer schriftelijke informatie, met name na afsluiting van het schoolexamen en vóór het Centraal Examen. De werkers van vmbo-3, havo-4, vwo-4 en vwo-5 krijgen de PTA’s uitgereikt aan het begin van het schooljaar. Daarin staat aangegeven welke onderdelen van de vakken deel uitmaken van het examendossier. Ook deze werkers ontvangen het examenreglement.