Hermann_op_de_WP

Als 8-jarige is Hermann in de zomer van 1937 samen met zijn ouders en zusje vanuit het voor joden steeds onveiliger Duitsland verhuisd naar Bilthoven. Zijn moeder Ilse was joods en zijn vader Heinrich was daardoor zijn baan kwijt geraakt. Hij kon gelukkig als medewerker op De Werkplaats aan de slag. Hij gaf les in schilderen; later werd dit tekenen. 

Voor Hermann was de overstap “mijn tweede geboorte, die zich van de eerste onderscheidde doordat ik er deze keer zelf bij was”. Het mooie Bilthoven en Kees Boeke maakten al direct grote indruk op hem. Dit gold ook voor zijn ervaringen als nieuwe werker op De Werkplaats; werkwijze en sfeer waren volstrekt anders dan hij op zijn vorige school in Duitsland gewend was. Maar hij voelde zich er al snel als een vis in het water. Hij nam met belangrijke rollen deel aan de toneel-, dans- en kooruitvoeringen. 

Hermann dirigeert de trommelaars bij de les ritmiek 

Niet voor niets speelde hij in 1951 - toen hij al student was - bij het 25-jarig bestaan van De Werkplaats en de opening van het nieuwe gebouw (het voormalige U-gebouw en het huidige kleutergebouw) een belangrijke rol. Hij presenteerde een revue waarin hij aan de hand van zelfgemaakte tekeningen vertelde over de geschiedenis van De Werkplaats. Tekeningen en tekst staan op de website van De Werkplaats. In de Werkplaatskrant van april 2016 (ook op de website te vinden) is er een artikel aan gewijd. 

Van der Helstlaan 27

Hermann maakte ook thuis volop deel uit van het Werkplaatsleven. Zijn ouders waren in 1938 aan de van der Helstlaan 27 in Bilthoven een internaat begonnen, dat eerst ‘het Duitse Internaat’ heette omdat er uitsluitend Duits zou worden gesproken. Het idee van Kees Boeke was om een reeks internaten op te richten waar een vreemde taal de voertaal zou zijn en die aan de basis zouden staan van een internationale kindergemeenschap, als grondslag en voorwaarde voor wereldvrede. De kinderen zouden om het jaar van verblijfplaats wisselen en zo de verschillende talen leren alsof ze een tijd in het betreffende land zijn geweest. Nadat een jaar later een Frans internaat was geopend, werd het vervolg van de plannen door de dreigende oorlog wreed verstoord. Na de Duitse inval werd er ook al snel niet meer gesproken van een ‘Duits internaat’, maar Heinrich en Ilse von der Dunk bleven tot 1954 vele kinderen van allerlei pluimage in hun huis opnemen. In totaal zijn het er volgens Hermann in zijn boek ‘Terugblik bij strijklicht’ wel 115 geweest, maar ook het getal 200 wordt genoemd. 

Voor Hermann was het internaat ook zijn ouderlijk huis. Volgens hem waren zijn ouders eigenlijk niet zo geschikt voor het drukke internaatsleven (en ook hijzelf onttrok zich op zijn kamer vaak aan de drukte), maar de omstandigheden lieten geen andere keuze. Het was jarenlang hun belangrijkste inkomstenbron, omdat De Werkplaats nauwelijks tot geen salaris aan Heinrich kon betalen. Dit veranderde in de 50-er jaren. Vader Heinrich is tot zijn pensionering in 1973 medewerker van De Werkplaats geweest. 

Ilse von der Dunk runde het internaat en heeft op zaterdagen de werkers les in batikken gegeven. Zij was, net als Betty dat was voor Kees en later Gootje voor Hermann, voor haar man Heinrich thuis de grote kracht die niet alleen het gezin draaiende hield, maar ook zijn steun en toeverlaat bij het werk.

Hermann stapte in 1946 over van De Werkplaats naar Het Nieuwe Lyceum. In drie jaar haalde hij daar zijn diploma gymnasium alfa om daarmee toegelaten te kunnen worden tot de Universiteit. De Werkplaats bood in die jaren nog niet de mogelijkheid om het officieel landelijk examen te doen. De overstap viel hem mee en hij was er ook wel aan toe. De “sektarische trekken en de morele druk” die hij op De Werkplaats ervoer waren hem als opgroeiende puber gaan tegenstaan. 

Von der Dunk had op de schoolse vakken wel een leerachterstand toen hij op het HNL kwam, maar later zei hij in de uitzending van Andere Tijden ‘De school van Beatrix’ van april 2009 daarover: “So what, of je nou 18 of 19 bent als je eindexamen doet, achteraf speelt dat toch geen enkele rol meer. Die dingen die je dan (op De Werkplaats, JH) leerde dat zijn de lange afstandseffecten. De korte afstandseffecten, dat is natuurlijk of je precies bij bent, of je met 16, 17 of 18 eindexamen kan doen; dan ben je prachtig bij. So what? Wat later. Ik heb er geen moment spijt van.” (De uitzending van Andere Tijden is ook terug te zien via de site van De Werkplaats. Von der Dunk is één van de geïnterviewden.)

Van zijn Werkplaatstijd had Hermann een reserve tegen vergaderen over gehouden: “het soms warrige geleuter indachtig, dat - bij het nobele gelijkheidsbeginsel daarbij - soms geduldig moest worden aangehoord”. Maar ook als dat ‘geleuter’ van niveau was, sprak het hem niet aan. Aan de Universiteit hield hij zich niet graag bezig met besturen, met het vele vergaderen dat daarmee gepaard ging. 

Dat Hermann geen spijt had van zijn tijd op De Werkplaats bleek later wel: in het schooljaar 1956-1957 en van 1961 tot 1963 keerde hij er terug als medewerker Duits. Het betrof een beperkt aantal lesuren; hij deed dit naast zijn studie/promotieonderzoek aan de Universiteit. In zijn boek ‘Voordat de voegen kraakten, student in de jaren vijftig’ schrijft hij levendig over De Werkplaats en haar medewerkers in die tijd. De kinderen van Hermann en Gootje von der Dunk - Frans, Thomas en Suzanne - volgden in die jaren het onderwijs op de lagere school van De Werkplaats. 

In de daaropvolgende decennia heeft Hermann weinig contact gehad met De Werkplaats. De wijze waarop de school zich in de jaren van democratisering en onderwijsvernieuwing ontwikkelde sprak hem niet aan. Zoon Frans begon nog op het voortgezet onderwijs, maar hij maakte al gauw de overstap naar Het Nieuwe Lyceum; zijn broer Thomas en zus Suzanne zijn hem daarna gevolgd. 

Pas vanaf het nieuwe millennium was er - mede door de activiteiten van de Stichting de Bron - een toenadering tot de school. Hij was ook als promotor van Daniela Hooghiemstra nauw betrokken bij de tot stand koming van haar biografie over Kees Boeke: “Kees Boeke behoort zonder meer tot de meest bijzondere mensen die ik ooit heb gekend; een man die in zijn hele voorkomen en verschijning met niemand te vergelijken viel”.
Herman voelde zich in de afgelopen 15 jaar ook weer zo thuis op De Werkplaats, dat hij bij de opening van de reünie van twee jaar geleden gesproken heeft over het noodgedwongen vertrek van het gezin von der Dunk uit Duitsland en zijn komst naar De Werkplaats. Het thema van de reünie was ‘Wij in de wereld’ en hij en oud-werker Adelaid Kanyange uit Rwanda waren gevraagd om over hun ervaringen als vluchteling/politiek emigrant te komen vertellen.  

Hermann von der Dunk was een bekende en bijzondere oud-werker en oud-medewerker, wiens betekenis voor De Werkplaats vooral ligt in de kleur die hij gegeven heeft aan ‘het verhaal van Kees Boeke en De Werkplaats’, door zijn eigen publicaties, toespraken, interviews e.d. en door zijn belangrijke bijdrage aan de biografie van Kees Boeke. En zijn eigen leven was een prachtig voorbeeld van de lange afstandseffecten die het onderwijs op De Werkplaats voor hem gehad heeft. 

Bilthoven, 31 augustus 2018

Jos Heuer